Voedselveiligheid

Gewasbeschermingsmiddelen worden vóór toelating streng getest op het achterblijven van een residu en het gevaar van het residu voor mens en dier. Als de deugdelijkheid en werkzaamheid van het middel goed is, krijgen de middelen een toelating voor een bepaalde periode (vaak enkele jaren) met een gebruiksaanwijzing en een veiligheidstermijn. Dit houdt bijvoorbeeld in dat wortelen met een veiligheidstermijn van vier weken, een maand voor de oogst niet meer mogen worden bespoten met middel x. Anders blijft er teveel residu achter in de wortel en dit kan gevaarlijk zijn voor mens of dier. Juist daarom adviseert Ten Brinke b.v. volgens een vooraf opgesteld plan, waarin van tevoren wordt bekeken welke middelen in de weken vlak voor de oogst mogelijk nog toepasbaar zijn. Zo weten onze klanten ruim van tevoren welke mogelijkheden er tot hun beschikking staan, zonder dat de voedselveiligheid in gevaar komt.